De ziekte van Dupuytren openbaart zich vaak in de hand. Het begint met een knobbel in de hand en dat leidt tot harde strengen in de handpalm. De ziekte gaat vaak met kromstand van 1 of meer vingers gepaard. Dit kan uiteindelijk leiden tot een verminderde handfunctie. Vaak zijn de ringvinger en pink aangedaan, maar ook de duim is vaak aangedaan. Het kan in beide handen voorkomen.  

 

Prognose:  

Er bestaat voor de ziekte van Dupuytren geen therapie of behandeling die genezing biedt. Ook kan men niet voorkomen dat de ziekte zich na behandeling weer op andere plaatsen openbaart. De kans op recidieven is groter als men de eerste afwijkingen voor het 40ste levensjaar krijgt en als het in de familie voorkomt.  

 

Chirurgische behandeling voor Dupuytren: 

• naaldfasciotomie; waarbij er met een naald een of meerdere onderbrekingen worden       gemaakt in de streng 

• Partiële fasciectomie; de strengen worden verwijderd

• Dermatofasciectomie; uitgebreide verwijdering van de strengen en de huid

Partiele fasciectomie wordt in Nederland het meest toegepast.  

 

Beoogde resultaat therapie: 

Postoperatieve handtherapie heeft als doel de mobiliteit van de vingers te behouden of verbeteren en de handfunctie en handvaardigheid te optimaliseren. Hierbij richt het zich op: 

• verminderen en voorkomen van vochtophoping 

• wondverzorging/littekenherstel 

• functioneel herstel van de beweeglijkheid van de vingers 

• volledig of optimaal herstel van de inzetbaarheid en belastbaarheid van de betreffende hand 

 

Complicaties: 

• bloeduitstorting, infectie 

• littekencontracturen 

• zenuwuitval/schade 

langdurige stijfheid van een vingergewricht