HAND & POLS NETWERK
Flexorpees letsel
Flexorpees betekent ‘buigpees’. In de hand bevinden zich 9 buigpezen, die allemaal aan de binnenkant van de pols door een tunnel lopen. In de onderarm worden de pezen spieren.
Van flexorpeesletsel is sprake als één of meer buigpezen van de hand gedeeltelijk of geheel zijn doorgesneden. De pees wordt doorgaans door een plastisch chirurg gehecht.
De nabehandeling vindt plaats bij een geschoolde handtherapeut en de behandelduur is ongeveer 12 weken.
Oorzaak van peesletsel:
Peesletsel kan voorkomen bij zowel de strekpezen als de buigpezen. Vaak wordt peesletsel veroorzaakt door een verwonding met een scherp voorwerp, maar dat hoeft niet.
Er zijn letsels bekend waarbij de pees kan worden doorgesneden of afgescheurd als gevolg van een botbreuk (bijvoorbeeld in de pols), sommige gewrichtsontstekingen of ongevallen waarbij de vinger met veel energie tegen iets aankomt, bijvoorbeeld tegen een muur of bal.
Ook bij sommige sporten is de kans op peesletsel aanwezig, zoals bij rugby en rotsklimmen.
Symptomen van flexorpees letsel:
-
zichtbare (snij)verwonding aan de vinger; huidverwonding
-
niet-zichtbare verwonding aan de vinger, vaak wel zwelling
-
onvermogen tot buigen van de vinger
-
pijn
Behandeling:
De behandeling van flexorpees letsel bestaat uit 2 mogelijke behandelmethoden.
Afhankelijk van de ernst van het letsel, de locatie en het (wond)herstel wordt gekozen voor
-
‘early passive mobilization’, ook wel het ‘Kleinert-protocol’ genoemd.
Bij het Kleinert-protocol wordt uw pols in een brace gestabiliseerd en worden de vingers door u aktief gestrekt en passief gebogen. Het bewegen vindt plaats via een elastiekje, dat aan de nagel vastzit.
Tijdens het eerste kennismakingsgesprek zal de handtherapeut met u de richtlijn bespreken en behandeldoelen opstellen. Aan deze doelen is een oefenprogramma gekoppeld.
Er zullen ook enkele metingen worden verricht en vragenlijsten worden afgenomen.
Dit is nodig om het herstel te monitoren en te zorgen voor een goede terugkoppeling naar de plastisch chirurg en huisarts.
Het oefenprogramma duurt 12 weken.
of
-
‘early active mobilization’.
‘Early active’, zoals de vertaling doet vermoeden, is het relatief vroeg beginnen met bewegen van de geopereerde vinger tijdens de revalidatieperiode. Dit gebeurt door aanspanning van de spier(en) in de onderarm. Het is aangetoond dat dit een gunstig effect heeft op het verglijden van de pees door de peesschede, de bewegelijkheid van de vingergewrichten, vermindering van zwelling in de hand en het tegengaan van verklevingen.
Een ander voordeel is het sneller (her)leren van motoriek, omdat relatief kort sprake is geweest van inactiviteit.
Ook bij deze behandelmethode zal de handtherapeut tijdens de intake enkele metingen verrichten en vragenlijsten afnemen. Dit is belangrijk voor een goede monitoring en terugkoppeling naar de plastisch chirurg en huisarts.
Vanaf ongeveer 6 weken na de operatie kan de pees meer belasting verdragen en wordt de belasting opgebouwd. Bij aanvang van de therapie tilt men nog 0.5 kg.
Gedurende de behandelingen wordt dat uitgebreid naar 10 kg.
Werkhervatting voor licht werk is mogelijk vanaf 8-10 weken.
Voor zwaar lichamelijk werk is dat vanaf 12 weken.
Het oefenprogramma neemt 8 tot 12 weken in beslag.